Thursday, January 5, 2017

Lijmen|Het been, Willem Elsschot

Willem Elsschot
Lijmen|Het been
Samenvatting van Wikipedia
In het eerste deel komt de jonge en onbezonnen Laarmans in contact met Boorman, die meteen een grote invloed op hem blijkt te hebben. Hij doet hem zijn pijp afzweren ten gunste van sigaretten en sigaren en oordeelt dat de naam 'Laarmans' hem niet past en dat deze vervangen moet worden door het welluidender 'Teixeira de Mattos'. Vervolgens lijft hij hem zonder veel omwegen in als zijn 'secretaris', in dienst van zijn firma.

Boorman houdt zich bezig met acquisitiefraude, het 'lijmen' van bedrijven die, desnoods daartoe gedwongen, publiciteit willen verwerven via het Wereldtijdschrift. Het tijdschrift met de indrukwekkende naam, voluit Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen, is overigens niet meer dan een handel in bedrukt papier, waarbij Boorman erop aanstuurt de eigenaren zo veel mogelijk exemplaren aan te smeren tegen een fikse prijs, waarna zij zelf maar moeten zien hoe zij van hun voorraad af komen.

Laarmans en Boorman benaderen zakenmensen met het idee een artikel over hun zaak te publiceren in het Wereldtijdschrift. In dat artikel wordt in prachtige volzinnen (die voor ieder artikel steeds weer aangepast worden) de betreffende zaak aangeprezen als de beste in zijn soort. De teksten waarin het betreffende bedrijf wordt aangeprezen zijn overigens standaard en kennen weinig variatie, maar de bedoeling is dat de clientèle zich niettemin gevleid voelt door de fraaie bewoordingen. Boorman slaagt er bovendien in de prijs per exemplaar op slinkse wijze op te hogen door de clichés van de foto's per vierkante centimeter te berekenen.

Vervolgens begint het "lijmen": dat wil zeggen dat Boorman met grote overtuigingskracht zijn slachtoffer ertoe weet over te halen een groot aantal exemplaren van het Wereldtijdschrift voor zichzelf te bestellen. Die exemplaren kunnen dan als reclamemateriaal verspreid worden. Het slachtoffer weet niet dat deze exemplaren die hij bestelt, tevens de enige bestaande exemplaren zijn. Het Wereldtijdschrift heeft geen abonnees, maar is slechts een reclamebrochure. Eenmaal ingepalmd blijft het slachtoffer zitten met een enorme berg bedrukt papier waarvoor een hoge rekening betaald moet worden.

Na diverse bedrijven aan zijn zegekar te hebben gebonden (ook de mislukkingen blijven niet onvermeld) stuit het duo op de smederij van de firma Lauwereyssen. Het bedrijf doet in keukenliftjes en wordt geleid door meestersmid Pieter Lauwereyssen, maar vooral door zijn zuster, die het beheer voert over het kantoor. Zij blijkt een kordate dame, die echter ernstig gehinderd wordt door een hardnekkig gebrek aan een van haar benen, waarover zij voortdurend klaagt. Ongehinderd door enige scrupules weet Boorman haar echter op te zadelen met een bestelling van liefst 100.000 exemplaren van zijn tijdschrift, een voorraad waar zij, zoals zijzelf naderhand beseffen, nooit vanaf zullen komen. Ondanks diverse protesten is Boorman onvermurwbaar en staat op de correcte afwikkeling van het getekende contract. Uiteindelijk wordt een betaling in termijnen overeengekomen, waarbij Laarmans de taak heeft de periodieke afdracht in ontvangst te nemen, een taak die hem steeds zwaarder valt, gezien de aard van de zaak, de halsstarrigheid van de vrouw en vanwege 'het been'. De zaak kent vooralsnog geen oplossing, ook niet als vrouw Lauwereyssen de kwijtschelding van haar laatste termijn weigert. Boorman besluit ten slotte zich terug te trekken als directeur van het Wereldtijdschrift en doet de zaak onder bepaalde condities over aan Laarmans.

Het tweede deel van de roman draait, zoals de titel aangeeft, geheel om het vermaledijde been van vrouw Lauwereyssen. Het hele geval blijkt uiteindelijk een blok aan het been van Boorman, die scrupules kent over deze specifieke lijmactie en koste wat kost zijn geweten wil zuiveren, om er niet ten eeuwigen dage mee belast te zijn.

Door een (on)gelukkig ongeval op de markt, waarbij Boorman uitglijdt over een tomaat en boven op een vrouw belandt, wordt het contact tussen de rivalen hersteld. Vrouw Lauwereyssen blijkt haar been verloren te hebben en gaat voortaan met een houten been door het leven. Boorman onderneemt hierop schuldbewust verschillende pogingen om zijn ereschuld aan de vrouw in te lossen, maar stuit keer op keer op haar weigerachtigheid een restitutie in ontvangst te nemen. Ook de inschakeling van een deurwaarder mag niet baten en de rechtszaak die hieruit voortkomt wekt zelfs ongeloof en hilariteit, aangezien de benadeelde partij geen geld wil accepteren en de eiser voor gek wordt versleten.

Meestersmid Pieter blijkt inmiddels overleden en zijn zuster besluit het nu noodlijdende bedrijf van de hand te doen. Boorman ziet hierin een kans zijn schuld in te lossen en besluit bij de openbare veiling in te zetten op de overvloedige voorraad bedrukt papier. Als uiteindelijk aan het eind van de zitting het papier aan bod komt, wordt er slechts door een enkeling op geboden, en niet meer dan een paar honderd franken. Boorman ziet zijn kans schoon en overtreft de bieding met de naar zijn oordeel verschuldigde achtduizend en vijfhonderd frank. Hierop ontstaat grote hilariteit en in de daaropvolgende consternatie wordt Boorman gearresteerd als een kennelijk gevaarlijke gek en uiteindelijk ter observatie opgesloten in een gasthuis voor geesteszieken.

De bevrijding wordt ten slotte bewerkstelligd door Laarmans' neef Jan, die pastoor is en in het verleden herhaaldelijk de biecht van de vrouw heeft afgenomen. Hij bewerkt haar net zo lang tot ze sufgepreekt is, en bereid tot een verzoening, die zij op joyeuze wijze ondergaat.

Laarmans laat de zaak ten slotte de zaak en aanvaardt een baan als eenvoudig klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company (een bedrijf dat ook een rol speelt in de roman Kaas). Boorman neemt na verloop van tijd zijn oude stiel weer op en herneemt het 'lijmen'.


Ik vond dit een erg leuk boek!
Toen ik het zag dat ik eerst dat het twee losse boeken waren die voor de gelegenheid samen waren uitgegeven, maar het is toch wel duidelijk één geheel.
Het verhaal dat in Het been wordt beschreven wordt jaren later verteld dan dat wat in Lijmen verhaald wordt, maar het sluit direct op de ander aan.
Ik heb genoten van deze boeken. Het is goed geschreven.
De hoofdrolspeler is iemand gemakkelijk om je in te verplaatsen, terwijl het probleemfiguur, het helperpersonage, dat in eerste instantie zeker niet is. Met de hoofdrolspeler bedoel ik natuurlijk Laarmans, want van de 'hoofd-ik' zien we nauwelijks wat, aangezien alleen het eerste en laatste hoofdstuk van beide boeken vanuit zijn perspectief worden beschreven.
Het helperpersonage, Boorman, vond ik toch ook zeker zeer aantrekkelijk. Het stukje achterin mijn uitgave van het boek beschrijft hem als volgt: "Hij heeft een grote mensenkennis, waarmee hij de ijdelheid dan wel de chantabele zwakke plek van zijn tegenstander in één oogopslag doorziet. Hij heeft bovendien een natuurlijke overwicht en duldt geen tegenspraak. Zijn realisme en zijn vaak juridische benadering van problemen lijken hem alle gelijk van de wereld te geven." Op grond van deze beschrijving, die ik zeer goed vind, denk ik dat P. C. Visser een erg goede Boorman zou zijn.
Ik vind de plots van beide boeken geweldig. De problemen zijn absurd, terwijl het toch erg realistisch en voorstelbaar wordt weergegeven.
In Lijmen draait het verhaal om het 'lijmen' van Boorman, dat hij ook aan Laarmans leert. In het begin wordt je sterk in het ongewisse gelaten. Tijdens Boormans gesprek met de agenten op de avond van de eerste ontmoeting worden er al veel aanwijzingen laten vallen, maar helemaal duidelijk of logisch is het toch nog niet. Maar daar moet de lezer voor even vrede mee nemen. Toch legt Boorman op een gegeven moment het hele proces van het Algemeen Wereldtijdschrift nog even duidelijk uit, voor Laarmans, én voor de iets minder oplettende lezer. Scènes als deze kunnen wel erg langdradig worden, met soms alinea's van meer dan een pagina lang, maar Boormans monologen zijn zeer doordacht en verfijnd, en doorspekt met subtiele humor en verwijzingen.
In het eerste boek kwam ook best wat Frans voor, en daar had ik moeite mee omdat ik dat niet kan lezen. Toch was het idee van de stukjes uit bepaalde onderzoeken duidelijk: Want de opvolging van onze "outs", "certes", "prodigieux", "inépuisable" en "admirable", slaat in als de bliksem, het doet er niet toe wat je er tussen in last: marmer, cement, papier of maarschalk Foch. Waarna Boorman werkelijk het stuk dat net nog over de bank ging voordraagt over maarschalk Foch.
Het plot van Het been is zo mogelijk nog absurder: zeker na Boorman te hebben leren kennen uit Lijmen. In Lijmen splitste Boorman meedogenloos duizenden kopieën van het Algemeen Wereldtijdschrift bij mevrouw Lauwereyssen in de maag, en nu wordt hij schijnbaar ineens onderdrukt door wroeging. Ik denk dat daar nog wel een oorzaak achter zit: het sterven van zijn vrouw heeft emotie losgemaakt bij Boorman. Na de herontmoeting met mevrouw Lauwereyssen krijgt hij nu een schuldgevoel en wil hij haar het geld teruggeven. Maar Lauwereyssen accepteert het niet. Iemand die per se een schuld wil afdragen en een aan verschuldigde die het niet wil ontvangen. Dat hoor je van hier tot Peking niet. Maar het leent tot zeer mooie situaties.
Aan deze op zichzelf al vermakelijke plots worden nog leuke uitspraken en verwijzingen toegevoegd. 'En nu Sauternes 1914, want die van 1911 is op,' officieerde Jan.

Wat voor mij nog wel een beetje de vraag is wat er naar het eind van Het been toe voor Boorman nou vooral meespeelt bij het willen teruggeven van (een deel van) het geld aan Lauwereyssen. Het schijnt schuldgevoel te zijn, omdat hij steeds weer begint over dat been. Maar het zou ook best kunnen dat Boorman door zijn koppigheid vol blijft houden om het geld terug te geven, terwijl Lauwereyssen door haar koppigheid het absoluut niet aan wil nemen, althans, totdat ze murw is gepreekt door Jan. In ieder geval werd ik verrast door het feit dat Boorman uiteindelijk zijn zin krijgt. Toch ben ik er wel blij mee, want het leende tot een mooi einde: Boorman neemt zijn oude bezigheid van het lijmen weer op, Laarmans kapt er mee nadat hij Boorman zo zwak heeft gezien dat hij niet meer genoeg door hem geïntrigeerd wordt, en Laarmans verneemt dat het Boorman is gelukt de Staatsloterij te lijmen met minstens éénmiljoenvijfhonderdduizend exemplaren.

No comments:

Post a Comment