Monday, January 9, 2017

Eindverslag

Hier zijn we weer. Na de leesautobiografie in vwo 4 en het balansverslag in vwo 5 komt hier nog een laatste overzicht.

Sinds het balansverslag heb ik maar liefst zeven nieuwe boeken gelezen voor Nederlands, en twee voor Engels. Die voor Engels mochten we niet zelf kiezen, maar ik heb wel zeer van de opgelegde boeken genoten.
Ik schreef in het balansverslag van vwo 5 dat ik dacht dat ik na afronding van het vak Nederlands geen Nederlandse literatuur meer zou lezen. Nog steeds denk ik dat ik eerst een tijd vooral Engels ga lezen, omdat er stapels must-reads zijn die ik nog niet heb gelezen. Maar ik denk dat het misschien ook wel eens leuk zou zijn om toch weer een keer een Nederlands boek te lezen. En dan misschien niet voor het plot of de stijl, want zoals ik toen gezegd heb is er in de Engelse literatuur meer keuze en veel meer dat me aanstaat. Maar wat je in het Engels niet hebt is de Nederlandse taal. En al vind ik het Engels een mooie en zeer bruikbare taal, ik houd toch ook echt van het Nederlands. De tijd zal het leren.
Ik ben wel gaan houden van dit soort literatuur op zich, omdat het vaak diepgaander is dan A- of B-boeken. Toch lees ik die ook nog graag, omdat ze emotioneel vaak wat makkelijker zijn.
De manier waarop ik lees is, meen ik, door de jaren heen hetzelfde gebleven, zoals ik dat ook bedoeld heb. Ik lees alles, en niet te snel. Als ik iets niet begrijp lees ik de zin nog eens over, maar ik doe niet aan terugzoeken of vooruitkijken. Als de bedoeling van iets na een paar keer overlezen niet duidelijk is is dát misschien de bedoeling van de schrijver geweest, en is het ofwel niet nodig het te begrijpen ofwel wordt het later duidelijk gemaakt.
Over de manier waarop ik lees kan ik waarschijnlijk niet veel zeggen totdat ik een tijdje klaar ben met lezen voor de lijst. Nu lees ik namelijk voornamelijk omdat het moet, en dat belet mij ervan veel te kunnen zeggen over m'n aard. Ik heb ditzelfde gemerkt bij het spelen van piano. Pas nadat ik het vak muziek definitief had afgesloten kon ik met zekerheid dingen zeggen over mijn gewoontes.
In het balansverslag van vwo 5 heb ik al beschreven dat ik 'uit alle macht' probeerde boeken te vinden. Uiteindelijk viel het nog wel mee: er bleken meer geschikte boeken te zijn dan ik in eerste instantie dacht, en met hulp van familie wist ik m'n lijst zonder al te veel stress vol te krijgen. In de vijfde en zesde klas zijn bijna alle boeken die ik voor de lijst heb uitgelezen voorgesteld door m'n moeder, ze al dan niet zelf al eerder gelezen hebbend. Omdat mijn moeder ook psychisch-emotioneel extreem gevoelig is, hoefde ik zo niet bang te zijn dat ze te heftig zouden zijn.
Verder zijn de boeken die ik heb gelezen volgens mij aardig verschillend in vorm, onderwerp en stijl. De grootste overeenkomst is dat er niet veel heftige dingen in gebeuren. Veel van de boeken die ik heb gelezen zijn daarnaast aardig oud. Maar dat is niet zo gek, want er zijn, me dunkt, meer boeken geschreven in de periode 1910-1980 dan in de periode 1980-heden.
Ik heb ook over veel verschillende onderwerpen gelezen. Iets waar ik mogelijk graag over lees is technieken van slimme, of liever sluwe, mensen. In Lijmen kwam dit veel voor en daar heb ik veel van genoten. Daarnaast heb ik jaren geleden Catch Me if You Can gelezen, een boek dat me enorm gefascineerd heeft. Of een geschreven boek op waarheid gebaseerd is maakt mij denk ik niet veel uit.
Ik ben niet van mening dat het lezen van literatuur al te belangrijk is voor iemands ontwikkeling, of van de mijne. Het kan leuk zijn en ook zeker leerzaam, maar je hoeft zeker niet alle grote klassiekers gelezen te hebben of zo. Als je voor de keuze zou staan, zou ik de grote Disney's of Nintendo's aanraden boven de Nederlandse of Engelse literatuur.

Zo, dat waren alle vragen wel zo ongeveer. Op naar de top 13. Ik denk er eerst even over na en stel een lijstje op, dan bepraat ik die hier daarna wel.
Ik heb eerst de titels van alle boeken opgeschreven, en ze daarna verdeeld in drie lijstjes: boeken die ik fijn vond, boeken die ik 'meh' vond en boeken die ik stom vond. De meeste boeken belandden in het 'meh' lijstje, omdat ik daar gewoon niet erg heftige meningen over heb.
Mijn lijst begint met Lijmen|Het been. Ik vond het onderwerp verreweg het interessantste, en qua stijl, humor en karakters kon het op tegen de meeste andere boeken.
Daaronder komt Ongewenst verlangen. Een deel van het onderwerp, de MS, sprak me niet per se aan, maar de gevoelens, denkwijzen, en worstelingen van de hoofdpersoon deden dat zeker wel.
Op drie heb ik De gelukkige klas geplaatst. In dat boek gebeurt niet zo veel, maar de stijl lijkt perfect bij mij te passen, en er komt toch diepgang en substantie in door de uitgebreide persoonlijkheden, persoonlijkheidsbeschrijvingen en persoonlijkheidsveranderingen van alle personages.
Daaronder heb ik momenteel Erik of het klein insectenboek staan. Dat boek vind ik moeilijk te plaatsen, ik had het eerst zelfs in het 'meh' lijstje terwijl het nu boven zekere boeken uit het 'fijn' lijstje staat. Het was een interessant boek, met genoeg diepgang. Maar het was vooral erg vermakelijk.
De laatste twee boeken in het 'fijn' lijstje zijn Oeroeg en Eclips. Eerst doe ik Oeroeg. Dit was een erg fijn en interessant boek, maar ook best meeslepend. Ik vond het erg knap en echt geschreven, en heb zeer meegevoeld met de hoofdrolspeler. Het einde is erg diep en eigenlijk een beetje verdrietig, maar wel erg mooi.
Eclips vond ik ook mooi, maar is voor mij toch redelijk makkelijk onder Oeroeg te plaatsen. Dit vooral omdat het, zelfs voor mij, toch wel erg traag ging, en het enige echt uitgewerkte personage de hoofdrolspeler is. Dit maakte het boek wat te taai voor mij.
Alle vier de boeken die we voor literatuurgeschiedenis hebben moeten lezen zijn in mijn 'meh' lijstje terechtgekomen. Ik heb van alle vier slechts fragmenten gelezen, en er is er niet een waar ik echt van genoten heb. Toch komt Max Havelaar nog aardig hoog. Wat ik hier namelijk van gelezen heb vond ik leuk geschreven, en ik vind het een belangrijk boek met het oog op eerlijke handel.
Op de achtste plaats komt Dorsvloer vol confetti. Dit boek was niet rot, maar voor mij ook weinig interessant, en tamelijk lang.
Het beloofde land gaat net als Oeroeg over apartheid, maar dit boek heb ik veel lager staan. Dit omdat de schrijver de situatie in mijn ogen nogal eenzijdig en negatief beschrijft.
Ik heb respect voor Reynaert de Vos, maar veel heb ik er uit kunnen halen. Daarom staat het, zoals alle boeken die we niet in hun geheel gelezen hebben, relatief laag.
Het eerste boek dat ik gelezen heb voor de lijst was Spek in de val. De verhalen waren redelijk goed te lezen, maar ik heb me nooit echt in kunnen leven, en het feit dat het boek uit vier verschillende verhalen zonder enige echte samenhang bestond draagt alleen maar bij aan de lage plaatsing.
Hetgeen wat me vooral is bijgebleven aan Gijsbrecht van Amstel is de presentatie van het groepje van Jovan. Die was namelijk erg leuk. Verder heeft het toneelstuk me totaal niet aan weten spreken, zelfs niet met de klassieke verwijzingen. Maar toch komt het nog boven het laagste literatuurboek in deze lijst.
De avonden. Bah. Dit was het enige boek dat ik naar vond om te lezen. Ik ben alsnog blij dat ik het gelezen heb omdat het meetelt voor mijn lijst, maar ik ben niet erg te spreken over het boek. Het is naargeestig en negatief, en de hoofdrolspeler is een grote zak. (niet zo netjes misschien, maar zo voel ik het)

Dan is de lijst dus als volgt opgebouwd:
Lijmen|Het been
Een ongewenst verlangen
De gelukkige klas
Erik of het klein insectenboek
Oeroeg
Eclips
Max Havelaar
Dorsvloer vol confetti
Het beloofde land
Reynaert de Vos
Er zit geen spek in de val
Gijsbrecht van Amstel
De avonden

Doei!

Thursday, January 5, 2017

Lijmen|Het been, Willem Elsschot

Willem Elsschot
Lijmen|Het been
Samenvatting van Wikipedia
In het eerste deel komt de jonge en onbezonnen Laarmans in contact met Boorman, die meteen een grote invloed op hem blijkt te hebben. Hij doet hem zijn pijp afzweren ten gunste van sigaretten en sigaren en oordeelt dat de naam 'Laarmans' hem niet past en dat deze vervangen moet worden door het welluidender 'Teixeira de Mattos'. Vervolgens lijft hij hem zonder veel omwegen in als zijn 'secretaris', in dienst van zijn firma.

Boorman houdt zich bezig met acquisitiefraude, het 'lijmen' van bedrijven die, desnoods daartoe gedwongen, publiciteit willen verwerven via het Wereldtijdschrift. Het tijdschrift met de indrukwekkende naam, voluit Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen, is overigens niet meer dan een handel in bedrukt papier, waarbij Boorman erop aanstuurt de eigenaren zo veel mogelijk exemplaren aan te smeren tegen een fikse prijs, waarna zij zelf maar moeten zien hoe zij van hun voorraad af komen.

Laarmans en Boorman benaderen zakenmensen met het idee een artikel over hun zaak te publiceren in het Wereldtijdschrift. In dat artikel wordt in prachtige volzinnen (die voor ieder artikel steeds weer aangepast worden) de betreffende zaak aangeprezen als de beste in zijn soort. De teksten waarin het betreffende bedrijf wordt aangeprezen zijn overigens standaard en kennen weinig variatie, maar de bedoeling is dat de clientèle zich niettemin gevleid voelt door de fraaie bewoordingen. Boorman slaagt er bovendien in de prijs per exemplaar op slinkse wijze op te hogen door de clichés van de foto's per vierkante centimeter te berekenen.

Vervolgens begint het "lijmen": dat wil zeggen dat Boorman met grote overtuigingskracht zijn slachtoffer ertoe weet over te halen een groot aantal exemplaren van het Wereldtijdschrift voor zichzelf te bestellen. Die exemplaren kunnen dan als reclamemateriaal verspreid worden. Het slachtoffer weet niet dat deze exemplaren die hij bestelt, tevens de enige bestaande exemplaren zijn. Het Wereldtijdschrift heeft geen abonnees, maar is slechts een reclamebrochure. Eenmaal ingepalmd blijft het slachtoffer zitten met een enorme berg bedrukt papier waarvoor een hoge rekening betaald moet worden.

Na diverse bedrijven aan zijn zegekar te hebben gebonden (ook de mislukkingen blijven niet onvermeld) stuit het duo op de smederij van de firma Lauwereyssen. Het bedrijf doet in keukenliftjes en wordt geleid door meestersmid Pieter Lauwereyssen, maar vooral door zijn zuster, die het beheer voert over het kantoor. Zij blijkt een kordate dame, die echter ernstig gehinderd wordt door een hardnekkig gebrek aan een van haar benen, waarover zij voortdurend klaagt. Ongehinderd door enige scrupules weet Boorman haar echter op te zadelen met een bestelling van liefst 100.000 exemplaren van zijn tijdschrift, een voorraad waar zij, zoals zijzelf naderhand beseffen, nooit vanaf zullen komen. Ondanks diverse protesten is Boorman onvermurwbaar en staat op de correcte afwikkeling van het getekende contract. Uiteindelijk wordt een betaling in termijnen overeengekomen, waarbij Laarmans de taak heeft de periodieke afdracht in ontvangst te nemen, een taak die hem steeds zwaarder valt, gezien de aard van de zaak, de halsstarrigheid van de vrouw en vanwege 'het been'. De zaak kent vooralsnog geen oplossing, ook niet als vrouw Lauwereyssen de kwijtschelding van haar laatste termijn weigert. Boorman besluit ten slotte zich terug te trekken als directeur van het Wereldtijdschrift en doet de zaak onder bepaalde condities over aan Laarmans.

Het tweede deel van de roman draait, zoals de titel aangeeft, geheel om het vermaledijde been van vrouw Lauwereyssen. Het hele geval blijkt uiteindelijk een blok aan het been van Boorman, die scrupules kent over deze specifieke lijmactie en koste wat kost zijn geweten wil zuiveren, om er niet ten eeuwigen dage mee belast te zijn.

Door een (on)gelukkig ongeval op de markt, waarbij Boorman uitglijdt over een tomaat en boven op een vrouw belandt, wordt het contact tussen de rivalen hersteld. Vrouw Lauwereyssen blijkt haar been verloren te hebben en gaat voortaan met een houten been door het leven. Boorman onderneemt hierop schuldbewust verschillende pogingen om zijn ereschuld aan de vrouw in te lossen, maar stuit keer op keer op haar weigerachtigheid een restitutie in ontvangst te nemen. Ook de inschakeling van een deurwaarder mag niet baten en de rechtszaak die hieruit voortkomt wekt zelfs ongeloof en hilariteit, aangezien de benadeelde partij geen geld wil accepteren en de eiser voor gek wordt versleten.

Meestersmid Pieter blijkt inmiddels overleden en zijn zuster besluit het nu noodlijdende bedrijf van de hand te doen. Boorman ziet hierin een kans zijn schuld in te lossen en besluit bij de openbare veiling in te zetten op de overvloedige voorraad bedrukt papier. Als uiteindelijk aan het eind van de zitting het papier aan bod komt, wordt er slechts door een enkeling op geboden, en niet meer dan een paar honderd franken. Boorman ziet zijn kans schoon en overtreft de bieding met de naar zijn oordeel verschuldigde achtduizend en vijfhonderd frank. Hierop ontstaat grote hilariteit en in de daaropvolgende consternatie wordt Boorman gearresteerd als een kennelijk gevaarlijke gek en uiteindelijk ter observatie opgesloten in een gasthuis voor geesteszieken.

De bevrijding wordt ten slotte bewerkstelligd door Laarmans' neef Jan, die pastoor is en in het verleden herhaaldelijk de biecht van de vrouw heeft afgenomen. Hij bewerkt haar net zo lang tot ze sufgepreekt is, en bereid tot een verzoening, die zij op joyeuze wijze ondergaat.

Laarmans laat de zaak ten slotte de zaak en aanvaardt een baan als eenvoudig klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company (een bedrijf dat ook een rol speelt in de roman Kaas). Boorman neemt na verloop van tijd zijn oude stiel weer op en herneemt het 'lijmen'.


Ik vond dit een erg leuk boek!
Toen ik het zag dat ik eerst dat het twee losse boeken waren die voor de gelegenheid samen waren uitgegeven, maar het is toch wel duidelijk één geheel.
Het verhaal dat in Het been wordt beschreven wordt jaren later verteld dan dat wat in Lijmen verhaald wordt, maar het sluit direct op de ander aan.
Ik heb genoten van deze boeken. Het is goed geschreven.
De hoofdrolspeler is iemand gemakkelijk om je in te verplaatsen, terwijl het probleemfiguur, het helperpersonage, dat in eerste instantie zeker niet is. Met de hoofdrolspeler bedoel ik natuurlijk Laarmans, want van de 'hoofd-ik' zien we nauwelijks wat, aangezien alleen het eerste en laatste hoofdstuk van beide boeken vanuit zijn perspectief worden beschreven.
Het helperpersonage, Boorman, vond ik toch ook zeker zeer aantrekkelijk. Het stukje achterin mijn uitgave van het boek beschrijft hem als volgt: "Hij heeft een grote mensenkennis, waarmee hij de ijdelheid dan wel de chantabele zwakke plek van zijn tegenstander in één oogopslag doorziet. Hij heeft bovendien een natuurlijke overwicht en duldt geen tegenspraak. Zijn realisme en zijn vaak juridische benadering van problemen lijken hem alle gelijk van de wereld te geven." Op grond van deze beschrijving, die ik zeer goed vind, denk ik dat P. C. Visser een erg goede Boorman zou zijn.
Ik vind de plots van beide boeken geweldig. De problemen zijn absurd, terwijl het toch erg realistisch en voorstelbaar wordt weergegeven.
In Lijmen draait het verhaal om het 'lijmen' van Boorman, dat hij ook aan Laarmans leert. In het begin wordt je sterk in het ongewisse gelaten. Tijdens Boormans gesprek met de agenten op de avond van de eerste ontmoeting worden er al veel aanwijzingen laten vallen, maar helemaal duidelijk of logisch is het toch nog niet. Maar daar moet de lezer voor even vrede mee nemen. Toch legt Boorman op een gegeven moment het hele proces van het Algemeen Wereldtijdschrift nog even duidelijk uit, voor Laarmans, én voor de iets minder oplettende lezer. Scènes als deze kunnen wel erg langdradig worden, met soms alinea's van meer dan een pagina lang, maar Boormans monologen zijn zeer doordacht en verfijnd, en doorspekt met subtiele humor en verwijzingen.
In het eerste boek kwam ook best wat Frans voor, en daar had ik moeite mee omdat ik dat niet kan lezen. Toch was het idee van de stukjes uit bepaalde onderzoeken duidelijk: Want de opvolging van onze "outs", "certes", "prodigieux", "inépuisable" en "admirable", slaat in als de bliksem, het doet er niet toe wat je er tussen in last: marmer, cement, papier of maarschalk Foch. Waarna Boorman werkelijk het stuk dat net nog over de bank ging voordraagt over maarschalk Foch.
Het plot van Het been is zo mogelijk nog absurder: zeker na Boorman te hebben leren kennen uit Lijmen. In Lijmen splitste Boorman meedogenloos duizenden kopieën van het Algemeen Wereldtijdschrift bij mevrouw Lauwereyssen in de maag, en nu wordt hij schijnbaar ineens onderdrukt door wroeging. Ik denk dat daar nog wel een oorzaak achter zit: het sterven van zijn vrouw heeft emotie losgemaakt bij Boorman. Na de herontmoeting met mevrouw Lauwereyssen krijgt hij nu een schuldgevoel en wil hij haar het geld teruggeven. Maar Lauwereyssen accepteert het niet. Iemand die per se een schuld wil afdragen en een aan verschuldigde die het niet wil ontvangen. Dat hoor je van hier tot Peking niet. Maar het leent tot zeer mooie situaties.
Aan deze op zichzelf al vermakelijke plots worden nog leuke uitspraken en verwijzingen toegevoegd. 'En nu Sauternes 1914, want die van 1911 is op,' officieerde Jan.

Wat voor mij nog wel een beetje de vraag is wat er naar het eind van Het been toe voor Boorman nou vooral meespeelt bij het willen teruggeven van (een deel van) het geld aan Lauwereyssen. Het schijnt schuldgevoel te zijn, omdat hij steeds weer begint over dat been. Maar het zou ook best kunnen dat Boorman door zijn koppigheid vol blijft houden om het geld terug te geven, terwijl Lauwereyssen door haar koppigheid het absoluut niet aan wil nemen, althans, totdat ze murw is gepreekt door Jan. In ieder geval werd ik verrast door het feit dat Boorman uiteindelijk zijn zin krijgt. Toch ben ik er wel blij mee, want het leende tot een mooi einde: Boorman neemt zijn oude bezigheid van het lijmen weer op, Laarmans kapt er mee nadat hij Boorman zo zwak heeft gezien dat hij niet meer genoeg door hem geïntrigeerd wordt, en Laarmans verneemt dat het Boorman is gelukt de Staatsloterij te lijmen met minstens éénmiljoenvijfhonderdduizend exemplaren.