Dorsvloer vol confetti
Franca
Treur
Ik
vond dit boek van alle boeken die ik tot nu toe voor Nederlands gelezen heb
sowieso het minst interessante. Het is een erg lang boek, en er zit niet een
erg duidelijke verhaallijn in. Eigenlijk gebeurt er niet zo veel, en is het
gewoon een beschrijving van iemands normale leven.
Natuurlijk
is die iemand niet een heel standaard iemand, aangezien ze orthodox
gereformeerd gezindte is, en ook nog eens op een boerderij woont. Dus op zich
is het wel interessant om een kijkje te nemen in hun levensstijl. Maar dit boek
heeft niet bepaald de lengte voor “een kijkje”.
Het
is wel goed geschreven, en niet voorspelbaar. Soms is het even onduidelijk wat
er nou gebeurt omdat de verhaallijn nog wel eens opeens verspringt, maar dat houdt
je oplettend.
Ik
zou eigenlijk niet weten of dit boek een goed beeld geeft van de orthodox
gereformeerd gezindten, aangezien ik me niet kan herinneren er ooit een ontmoet
te hebben.
Samenvatting
van Kees van der Pol.
Er
zijn eigenlijk twaalf verhalen die de inhoud van de roman vormen. Daardoor is
er misschien wat minder samenhang in de samenvatting van het boek.
Katelijne
Minderhoud is 12 jaar en woont in een klein dorp op een boerderij. Ze is het
enige meisje in een gezin met 7 kinderen en ze heeft drie broers boven zich en
drie onder zich. Ze spreekt steeds vrij afstandelijk over haar ouders met
termen als “de vader”en “de moeder.” Toch zijn het geen vervelende mensen en in
zekere zin best warm. De moeder lijkt wat harder dan de vader.
Moeder
heeft wel erg veel aandacht voor haar tuin. De jongens in het gezin lijken niet
al te slim en Katelijne is een van de weinige kinderen die graag een boek
leest.
Ze
moeten als gezin vaak twee of zelfs drie keer per zondag naar de kerk en in het
eerste hoofdstuk slapen ze tussen twee diensten door thuis. Er komt een Duits
echtpaar met een ziek zoontje vragen of ze op het erf mogen staan, omdat er
nergens plaats op een camping is. Katelijne denkt dat ze er goed aan doet (De
Barmhartige Samaritaan en het Kerstevangelie) maar als haar ouders uit bed
komen vinden ze het niet leuk. Immers tussen geloven en belijden gaapt een
gaatje. 's Avonds zijn de Duitsers weg.
Katelijne
heeft van haar vaders kant nog een oma die niet ver weg woont en altijd heel
hard werkt. De opa is jaren geleden overleden, toen hij bedwelmd werd door de
giftige dampen van de gierput. Aangezien Katelijne haar broertjes op dat spoor
gezet had, voelt ze zich ook nog eens schuldig aan de dood van opa. Haar oma is
strak in de leer en citeert lustig uit de onvolprezen Bijbel. Ze heeft een
Statenbijbel waar ze erg trots op is. Helaas wordt die in een van de
hoofdstukken gestolen. Katelijne spreekt haar oma moed in: als de dief gaat
lezen in de Bijbel, zal het wel goed komen. En inderdaad wordt de Bijbel
teruggebracht bij de politie.
In
het gezin is een duidelijke indeling van het werk: Katelijne moet al het
huishoudelijke werk opknappen. De jongens doen helemaal niets. Daar baalt ze
wel van. Als ze bij haar tante in de stad mag logeren, ziet ze dat het ook
anders kan. Daar is de sfeer veel vrijer. De buurvrouw van tante heet Gloria en
die leest haar sprookjes voor. Dat vindt Katelijne prachtige verhalen, maar
thuis denken ze daar heel anders over. Sprookjes zijn zondige verhalen.
Haar
vader verkoopt melk (eerste klas melk) en koeien. Ze vindt het altijd leuk als
de veekoopman komt. Die vertelt leuke anekdotes en doet in de tussentijd zaken
met haar vader. Ze vindt haar vader veel te soft en hij doet de koeien te
goedkoop weg. Ze zou wel eens willen ingrijpen bij zo’n verkoop.
Op
school leert ze eigenlijk wel het meeste. Ze krijgt ook een vriendin (Suzanne);
om indruk te maken fantaseert ze veel (het zijn bijna leugens) Suzanne blijft
toch wel een beetje op afstand. Naar haar ouders kan Katelijne soms brutaal
uithalen. Ze hoort ook een keer waarom ze nooit met de andere opa en oma van
haar moederskant wordt geconfronteerd. Een broer van haar moeder is homo en dat
vindt haar vader onacceptabel. Alleen haar oudste broer Rogier krijgt altijd
een cadeautje toegestuurd. Hij krijgt een keer een boek over de oorlog en
Katelijne pakt dat ’s avonds bij hem weg. Ze leest over verraad in de Tweede
Wereldoorlog. De volgende dag staat zij op om haar vader te halen. Ze helpt
goed, maar vergeet de stal af te sluiten waardoor de koeien losbreken en er
veel ellende komt. Als ze het huis binnenloopt, leest haar moeder een verhaal
aan de andere kinderen voor dat zij in haar schrift geschreven heeft. De broers
vinden het maar vreemd dat hun zusje schrijft.
Katelijne
is ook slimmer dan haar broers. Bij de Citotoets scoort ze een vwo-resultaat.
Op school waarschuwt de meester voor alle verleidingen van de buitenwereld
(popmuziek, Led Zeppelin, The Beatles, maar ook relipop) Thuis lachen haar
ouders om dat feit. Die vinden “Yellow Submarine" van The Beatles best
leuk. Het nummer zou over seks en drugs gaan en Katelijne weet nog niet wat dat
is.
Op
Tweede Pinksterdag gaan ze uitrijden met de auto. In Westkapelle ziet ze een
man die ze wel leuk vindt om te zien. Ze baalt ervan dat ze altijd met haar
stomme broertjes moet optrekken. Ze vraagt of ze bij hem mag wonen: ze kan
alles in het huishouden. “En wat kun je op seksgebied?" vraagt de man. Ze
schrikt ervan en ’s avonds vraagt ze God om vergeving van haar zondige
gedachten.
Rogier
wordt verliefd op een dom meisje (Jannemieke) die van een strengere kerk is dan
zij zijn. Jannemieke blijft soms slapen en dan moet ze bij Katelijne in bed.
Rogier komt er echter ook wel eens bijliggen en dan hoort ze de twee verliefden
aan elkaar friemelen. Op een dag knoeit ze met kauwgom en dat komt in het haar
van Jannemieke. Uiteindelijk moet er een stuk van het haar af en dat vindt
Jannemieke een zonde. Rogier maakt de verkering uit.
Niet
lang daarna is er een ouderlingenbezoek: dat motief komt al in andere romans
voor (o.a. Maarten ’t Hart). Het zijn echte griffo’s en Katelijne blijft met
een aantal theologische vragen zitten.
Toch
komen de verleidingen steeds groter op haar af. Ze moet een keer met haar broer
Jeroen medicijnen in Middelburg ophalen. Op de terugweg gaan ze over de kermis.
Van schoolvriendjes van Jeroen krijgen ze cola (met alcohol) te drinken. In een
kermisattractie worden ze daarna doodziek. Thuis hoort haar moeder van een
kennis dat ze op de kermis zijn geweest en Katelijne krijgt straf.
Rogier
die het boerenbedrijf wil leiden, is een voorstander van kunstmatige
inseminatie bij het bevruchten van koeien. Zijn ouders zijn tegen, maar
kunstmatige inseminatie is veel efficiënter, vindt Rogier. Om indruk te maken
blijft Katelijne leugenachtige verhalen verzinnen.
Haar
broer Christiaan heeft verkering met Petra. Maar ze is ineens zwanger. Dat is
een schande en die moeten ze belijden in een volle kerk. Daarna moeten ze
trouwen (Petra is nog maar net 16 jaar) en om de kosten te drukken zullen ze de
bruiloft thuis op de boerderij vieren (“ons Zeeuwen bent een bietje zuunig”).
Katelijne draagt haar steentje bij: ze maakt 5 schoenendozen vol confetti met
een perforator. Ze wil die over de dansvloer strooien. Met haar oma spreekt ze
nog een keer over haar opa en verzint een soort bekeringsverhaal van opa om oma
gerust te stellen. Misschien is opa die niet zo gelovig was toch wel in de
hemel.
Het
huwelijksfeest speelt zich af op de dorsvloer. Katelijne heeft een plannetje
gemaakt om de confetti over het bruidspaar te strooien, maar dat dreigt nog
bijna te mislukken. Ze heeft haar broer Rogier daarvoor nodig en dan is het
resultaat ook nog dat een melktank leeg loopt. Aan het einde dwarrelt de
zelfgemaakte confetti toch op de dorsvloer.
C.
Brief aan hoofdpersoon
Hoi
Katelijne.
Ik
heb het boek over jou gelezen: dorsvloer vol confetti.
Ik
zit namelijk in gymnasium 4 en moest een literatuurboek lezen, en hier kwam
mijn Beppe (Fries voor Oma) mee aanzetten.
Ik
heb geen idee hoe het nu met je gaat – je bent circa 30 jaar neem ik aan – maar
ik zal schrijven op grond van het boek.
Het
lijkt me moeilijk om als enig meisje tussen zes broers te zitten, al helemaal
als die broers en de vader zoveel aandacht aan iets anders moeten besteden. Ik
snap wel waarom je minder betrokken werd bij het boerderijleven, omdat meisjes
over het algemeen gewoon minder goed zijn in dat soort werk. Dat geldt
waarschijnlijk ook voor jou, aangezien je vwo advies kreeg.
Ik
denk dat jij veel handiger bent met woorden dan met daden, en daarom is het op
zich onfortuinlijk op een boerderij op te groeien. Toch denk ik dat het ook
zijn mooie kanten heeft gehad.
Aangezien
je vader zo veel aandacht aan het boerenleven moest besteden, vind ik het erg
jammer dat je moeder ook zo weinig aandacht voor je gehad lijkt te hebben. Nou
ja, er waren genoeg taken te doen… maar “family bonding time” lijkt alleen op
Zondag te gebeuren, en ook dan is het moeilijk om aandacht te krijgen in een
gezin van 9, terwijl een meisje dat in de pubertijd komt die positieve aandacht
juist zo hard nodig heeft.
Ik
denk dat het goed is dat je veel las, om toch wat van andere levensstijlen mee
te krijgen. Ik heb het idee dat jullie voor het grootste deel haast compleet
afgesloten waren van de buitenwereld, en dat je ouders daar eigenlijk ook wel
blij mee waren. Maar het is wel duidelijk dat je thuis niet genoeg sociale
interactie had, dus denk ik dat logeerpartijen als naar tante erg belangrijk
zijn geweest. Het is goed om soms eens ergens anders te zijn.
Ik
denk dat het wellicht ook goed zou zijn geweest om om te gaan met meer
niet-orthodoxe christenen, of zelfs heidenen. Door naar gereformeerde kerk,
school en familie te gaan, loop je het gevaar in een tunnelvisie terecht te
komen. Volgens je ouders en je meester moest je wegblijven bij alles wat je zou
kunnen verleiden, maar ik denk dat het soms goed is om juist kennis te maken
met die dingen. Als je maar één levensstijl kent zul je nooit weten of het de
goede is. Ik denk dus dat een paar heidense vriendinnetjes erbij geholpen zou
kunnen hebben om dingen in het juiste perspectief te plaatsen. Maar ik begrijp
dat je ouders dit hoogst waarschijnlijk niet toegestaan zouden hebben.
Toch
denk ik dat het goed is dat je gekozen hebt om bij je ouders te blijven. Soms
kun je het idee hebben dat je ouders verschrikkelijk zijn, maar behalve in
gevallen van duidelijke kindermishandeling is weglopen vrijwel nooit de juiste
optie. Probeer je eens in te denken wat er gebeurd zou zijn als je met die man
aan het strand meegegaan zou zijn… dan is bij je eigen ouders blijven toch maar
beter.
Ik
vindt het apart dat jullie de bijbel zo goed kennen, maar er vaak niet naar
lijken te handelen. Ik denk dat het goed was dat je die Duitsers op het terrein
hebt gelaten, maar je vader leek alleen maar aan zijn schatten op aarde te
denken.
Iets
wat ik erg jammer vindt is dat je zoveel liegt. Misschien is dit tunnelvisie
aan mijn kant, maar ik heb het gevoel dat louter waarheid meer heelt en minder
stukmaakt dan leugens met een kleine kern van waarheid, of een detail dat in
ieder geval wel klopt. Het is raar dat je lijkt te weten dat dit niet goed is,
maar toch door gaat. Wat je je oma aandeed vind ik heel erg. In eerste
instantie leek het haar misschien op te beuren, maar ik denk echt dat dit niet
goed was. Het oordeel ligt sowieso bij God, jullie hoeven daar niet over te
piekeren, dat had je oma ook wel kunnen vertellen. Maar dat verhaal… was echt
schrijnend. Je hebt tegenover oma, opa en God gelogen, in een kwestie die je
oma zo nauw aan het hart lag.
Ik
hoop dat je het ooit nog hebt beleden, ook al kan ik me voorstellen dat dit
verschrikkelijk moeilijk zou zijn. Maar ik denk dat het ook moeilijk is te
leven met die leugen, want ik ga er van uit dat je geweten dat je toch niet
heeft laten vergeten.
Ik
heb het gevoel dat je erg kwetsbaar was puber zijnde, en makkelijk misbruikt
had kunnen worden. In situaties als aan het strand en op de kermis is het
duidelijk dat je erg naïef bent. Maar daar kan ik jou de schuld niet van geven,
dat komt gewoon omdat je zo weinig ervaring had met de wereld buiten
gereformeerd thuis, kerk en school.
Ik
hoop dat jij geen slechte gevoelens had en hebt tegenover hervormden, welke je
vader wel leek te hebben. Jullie aanbidden tenslotte allemaal dezelfde Vader,
Zoon en Geest, en het is niet aan jou over andere mensen te oordelen omdat hun
levensstijl anders is dan de jouwe. Voordat ik deze brief af ga sluiten, zou ik
graag nog een laatste ding zeggen: blijf dicht bij God. Ik begrijp het volkomen
als er door het moeizame verleden in de orthodox gereformeerde wereld een
afstand is gekomen tussen jou en God. Maar onthoudt dat je vertrouwde levensstijl
niet de enige is. Als je dat op het moment niet doet, zou ik je aanraden weer
eens naar de kerk te gaan. Als je je niet meer thuis voelt in de gereformeerde
omgeving, zou je eens naar een evangelische gemeente in de buurt kunnen gaan.
Ik zelf ben baptist, maar ik heb geen hekel aan gereformeerden, verre van. Het
mooie is dat ik weet dat het niet gaat om al die kleine Farizeeërsregeltjes. Je
mag tenslotte bij Jezus horen door genade, niet omdat je zonder zonden leeft,
want dat doet niemand. Natuurlijk betekent dit niet dat je gewoon moet doen
waar je zelf zin in hebt: probeer in je levensstijl Jezus te volgen. Wat dit
betekent is dat je weet dat niet je levensstijl de reden is, maar genade. En
die regeltjes die je meegekregen hebt vanuit je gezin, zijn niet wet meer. Denk
bijvoorbeeld aan de talloze keren dat Jezus iemand beter maakte op de sabbat.
Waarom zouden jullie dan niet bij wijze van uitzondering het hooi binnen mogen
halen op zondag?
Oh,
en als je nog steeds problemen hebt met liegen: belijdt je zonden. Je weet dat
het niet goed is, dus vertel het God. Hij zal je sterken en je helpen de enige
ware weg van waarheid te volgen.
Ik
zou graag een brief terug krijgen om te lezen hoe het nu met je gaat!
~David